Historiek OLV Ziekenhuis

In 1475 vestigden de Zwarte Zusters zich te Aalst op verzoek van het stadsbestuur om er de gevreesde pestziekte te behandelen. Ze ontvingen hun kerkelijke stichtingsoorkonde van de bisschop van Kamerijk, onder wiens jurisdictie Aalst toen ressorteerde.

Wie deze indrukwekkende Latijnse oorkonde ter hand neemt, voelt in zich de achting stijgen voor deze religieuze congregatie en voor het gevaarlijke en menselijke werk dat deze Zusters ruim vijf eeuwen lang presteerden. Wat zij deden voor de bevolking van Aalst valt eigenlijk niet in woorden uit te drukken.

In 1975 werd aan dit onderwerp een monografie gewijd. Een tentoonstelling - met het Oud Schepenhuis op de Grote Markt als decor - visualiseerde voortreffelijk deze 500 jaar volgehouden inspanning in de ziekenzorg.

De tijdsomstandigheden zijn echter veranderd, zeker de laatste honderd jaar. Tot wat de geneeskunde nu in staat is, grenst aan het ongelooflijke. Een hedendaags ziekenhuis is een ultramoderne instelling met super gespecialiseerde artsen, waar hooggekwalificeerde medewerkers en spitstechnologische infrastructuur worden ingezet voor een optimale diagnose en behandeling van de patiënten. Daarnaast zette zich in de 20ste eeuw de doorgedreven laïcisering in van de gezondheidszorg.

Dit verhaal van de laatste honderd jaar van deze evolutie houdt rechtstreeks verband met het  ontstaan en de uitbouw van het O.L.Vrouwziekenhuis te Mijlbeke-Aalst. Van het bescheiden ‘Geneeskundig Gesticht van Onze-Lieve-Vrouw’ groeide deze instelling snel en gestaag tot één van de meest vermaarde ziekenhuizen in België met naam en faam tot ver over de landsgrensen. 

Cardiologie - dr. E. Andries

Het Cardiologisch Centrum is in maart 1980 opgericht door dr. E. Andries en dr. P. Nellens. Het is de uitdrukkelijke bedoeling om binnen een horizontale structuur gelijkwaardige prioriteiten toe te kennen aan (private) kwaliteitsvolle patiëntenzorg, wetenschappelijk onderzoek en onderwijs.

De staf breidt uit van 2 cardiologen in 1980 tot 15 in 2004 (en 27 stafleden in 2021). De staf is dermate samengesteld dat expertise in alle domeinen van de cardiologie aan de patiënten kan aangeboden worden. In al deze domeinen bestaat een actief onderzoeksprogramma. 

Sinds het ontstaan heeft de afdeling talrijke artikels gepubliceerd in de voornaamste cardiologische tijdschriften. Tevens kwamen (en nog steeds) buitenlandse cardiologen voor een bijkomende training één of meerdere jaren naar het centrum. De afdeling participeerde zeer actief in klinische studieprojecten en leidde de afgelopen jaren meer dan 150 assistenten op.

Vooral op het terrein van de aritmologie en de interventionele cardiologie geniet het Cardiologisch  Centrum  een internationale reputatie.  Aalst  is  de 'niche' van het Brugadasyndroom. 

De klinische en poliklinische activiteit van de afdeling is erg omvangrijk en bedraagt nagenoeg een vijfde van de totale activiteit van het O.L. Vrouwziekenhuis.

Het Cardiologisch Centrum van het O.L.Vrouwziekenhuis behoort tot de grootste van het land en geniet een vooraanstaande credibiliteit met secundaire en tertiaire doorverwijzingen, vergelijkbaar met universitaire diensten.

Cardiovasculaire en Thoracale Heelkunde - dr. H. Vanermen

Dr. Vanermen richt in 1980 de dienst Cardiovasculaire en Thoracale Heelkunde op, die door de jaren uitgroeit tot een dienst met 7 stafleden: dr. H. Vanermen, dr. F. Wellens, dr. R. De Geest, dr. I. Degrieck, dr. F. Van Praet, dr. F. Casselman en dr. F. Cooreman (Asse-Ninove). De dienst verricht jaarlijks ongeveer 1.300 hartoperaties, 700 vaatoperaties en 180 longoperaties en voert het motto 'snel reageren op nieuwe technologie' hoog in het vaandel.

Na de oprichting volgen de primeurs van de dienst elkaar relatief snel op.  In 1988 de eerste harttransplantatie, in 1990 inplanting van de allereerste defibrillator en in 1995 de eerste mechanische assistentie ter overbrugging van de wachtperiode voor een nieuw hart. Nog in 1995 volgt de eerste minimaal invasieve coronaire bypass-operatie, dit wil zeggen via een mini-incisie en zonder gebruik van de hart-longmachine. De in 1997 gestarte video-geassisteerde klepoperaties zijn inmiddels een routine-operatie geworden waarvan er reeds meer dan 600 zijn uitgevoerd.

De wereldprimeur in 1998  van  het gebruik van een operatierobot is sindsdien ingeburgerd in de dagelijkse praktijk. De dienst vermijdt invasieve vaatoperaties door het gebruik van zeer gesofisticeerd materiaal om via een punctieopening in de huid bloedvaten te dilateren en te stenten, dit wil zeggen vaatenten in de bloedbaan aan te brengen zonder te openen.  Bovendien wordt een groot deel van de coronaire ingrepen nu verricht op 'kloppend hart', dus zonder aansluiting van een kunsthart. Dit alles impliceert een kortere opnameperiode en een vlotter herstel!